maandag 3 december 2012

Kerstverhaal: 'Een ster is geboren'

De sneeuw kraakte onder zijn winterlaarzen. Het was het enige geluid dat hij hoorde want verder was het stil, geen dier piepte, geen zuchtje wind liet de takken kraken. Hij keek omhoog naar de lucht die vreemd purper oogde en naar de maan die vol aan de hemel prijkte en baande zich verder een weg tussen de naaldbomen, dieper het besneeuwde bos in. Na een minuut of vijf rechtdoor te hebben geploeterd splitste het pad zich in tweeën.
Hij bleef staan en dacht weer aan wat ze tegen hem had gezegd: ‘Bij de tweede splitsing ga je links.’ Hij hield zich aan haar routebeschrijving en merkte dat de bomen in hoeveelheid toenamen en het pad smaller werd. De sneeuw stoof rond zijn benen omhoog. En opeens zag hij het.
Aan het eind van de weg een beetje verscholen in de rechterberm. Het straalde fel, zoals ze had verteld. Ademloos keek hij ernaar terwijl hij zijn handen dieper in de zakken van zijn parka duwde. Zijn ogen konden zich niet losmaken van de vreemde gloed onder de witte sneeuw, alsof iemand een sterke lamp onder een deken had verstopt.

Zijn vrouw had het gisteravond ontdekt toen zij met hun twee honden een dosis frisse lucht wilde halen.
Ze had er niet naar toe durven gaan en hij begreep wel waarom. De gloed was intens en hoe langer hij er naar keek hoe erger dat werd. Het zinderde, danste en wisselde in helderheid. Terwijl hij gefixeerd staarde dacht hij aan zijn hoogzwangere vrouw en hoe ze gisteren verkleumd en van streek in de hal van hun huis had gestaan. Ze had zo onsamenhangend gesproken dat hij er pas iets van had begrepen toen ze gewikkeld in een plaid met een beker warme chocolademelk naast hem op de bank zat en hun twee border collies aan hun voeten lagen. De honden hadden het als eerste gezien; ze waren een eind voor haar uit gerend en ze had hen in de verte horen janken. Door haar zware buik had ze niet harder kunnen lopen dan ze al deed en het zweet was haar uitgebroken omdat ze opeens met grote angst aan haar vorige zwangerschap had gedacht, die een paar dagen voor de uitgerekende datum helemaal verkeerd was gegaan. Rauw verdriet stroomde direct door haar lichaam. Ze had de honden om een licht in de grond zien cirkelen. Een verborgen licht, dat dwars door de sneeuw omhoog scheen. Ze was stokstijf blijven staan en de honden direct kortaf gecommandeerd: ‘Kom Meta, kom Pier!’ Aarzelend waren ze bij haar gekomen, maar op het pad terug naar huis hadden de dieren regelmatig met gespitste oren, zachtjes jankend stil gestaan en achter zich gekeken.
Zij had zichzelf geforceerd door te lopen.

Hij hurkte bij het licht neer, zijn ogen tot spleetjes geknepen en hij begon de sneeuw weg te schuiven. Al gauw groef hij sneller. Het licht was inmiddels zo fel dat hij zijn ogen sloot en op de tast verder ging tot zijn vingers onverwacht tegen iets hards aan stootten. Ze omsloten het stevig, trokken eraan en met een zacht plof-geluid kwam het los. Direct stond hij in het donker. Het licht had zich gedoofd en het leek of het alleen in zijn fantasie had bestaan. Zijn geprikkelde pupillen pasten zich dankbaar aan het donker aan en hij kon in het schijnsel van de maan een klein doosje zien met een klipje dat het dekseltje stevig dichthield. Een paar seconden bleef hij zo staan, zijn hart trilde, zijn handen ook…wat was dit? Zou hij het mee naar huis nemen of het hier ter plekke openmaken? Terwijl hij daar over nadacht zag hij hoe het oude klipje langzaam uit zichzelf losschoof. En voor hij goed en wel besefte wat er gebeurde, klapte het dekseltje met zo’n vaart open dat hij zijn evenwicht verloor en in de sneeuw viel. Als betoverd zag hij een bundel licht met een enorme snelheid omhoog schieten. Het was een gouden ster. En wat voor één! Nog nooit van zijn leven had hij zo’n machtig grote gezien, met zo’n gigantisch stralengordijn om zich heen. En de ster stond vooral heel laag aan de hemel…recht boven…hun huis.

Zijn hart stond met een schok stil en opeens doodsbang besefte hij dat zijn hoogzwangere vrouw alleen thuis was. ‘Nee! Laten we niet weer ons kind verliezen!’ schreeuwde hij vanuit een schrijnend voorgevoel. Hij begon te rennen, de tranen stroomden warm over zijn ijskoude gezicht, het doosje lag achtergelaten in de sneeuw. Zijn ogen haakten zich aan die vreemde ster, die fonkelende, pulserende ster boven hun huis. Maar hoe hard hij ook liep, hij stond plots stil toen hun huis in zijn gezichtsveld kwam want de ster had zich als een dikke glanzende mantel erover heen gespreid. Verbaasd zag hij dat ook de voordeur schitterde in sterrenstof en toen langzaam openzwaaide. Dat was ook het moment dat hij een baby hoorde huilen. In slow motion voerden zijn benen hem naar binnen en hij zag zijn vrouw met stralende ogen en glanzend gezicht met een wolk van een baby in haar armen. Haar zachte stem klonk hem als muziek in zijn oren: ‘We hebben een zoon!’ Hij zonk naast haar neer en omhelsde teder zijn vrouw en kind. Wat later zei ze: ‘Opeens was er een groot helder licht en ik viel in slaap…ik weet niet voor hoe lang…maar toen ik wakker werd lag onze baby op mijn borst, gezond en wel!’ ‘Oooh…de ster…’ fluisterde hij en heel even liet hij zijn vrouw en zoon los om buiten omhoog te kijken en hij zag nog net op tijd dat de heldere ster kleiner werd en met een lichtflits in het dichte bos verdween. Terug in het doosje….maar niet als een duveltje! dacht hij vol emotie.
‘D-dank U wel…God b-bent U dat…?!’ hakkelde hij, bijna vragend in de koude nachtlucht. Hij zweeg even alsof hij een antwoord verwachtte maar het bleef stil. Toen ging hij weer naar binnen en sloot de deur zacht achter zich.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten