maandag 17 september 2012

Inzending Stichting Ongehoord!

Op 13 september schreef ik via het contactformulier op de website van Stichting Ongehoord:

Beste mensen,

Het wachten op de uitslag van de gedichtenwedstrijd houdt de spanning om te snijden. Niettemin ben ik geduldig. Nu heb ik wel een vraag. Ik heb een eigen blog. Is het toegestaan om mijn inzending al via mijn eigen blog te publiceren? Dus nog voordat de uitslag via jullie bekend is? Inzenden kan niet meer dus zodoende mijn vraag.

Hartelijke groeten
Anke

En op 16 september kreeg ik als antwoord: 

Ha Anke,

Namens Ongehoord! Kan ik je melden dat je je gedicht natuurlijk op je weblog mag plaatsen. Wij streven geen exclusiviteit na en weten dat er ook inzenders zijn die al bestaande gedichten hebben ingestuurd. EN als je in de prijzen valt kun je mooi verwijzen naar je weblog.

Met vriendelijke groet,

Wouter van Heiningen
Secretaris stichting Ongehoord!

Voor de leeuwen...
Wat een leuk nieuws van Wouter!
Ik wacht weliswaar nog steeds geduldig af tot de officiële uitslag, maar jongens wat was ik ongeduldig in afwachting van antwoord op mijn vraag van 13 september!
En nu ik dat antwoord heb voel ik een knoop in mijn maag alsof ik examen moet doen. Wat raar. Ik wil graag mijn inzending met jullie delen en ik besef dat ik best wel wat blootgeef. Dit gedicht over de 7 hoofdzonden vond ik een enorme uitdaging om te schrijven, ik heb mijn ziel en zaligheid erin gelegd en me enorm in situaties proberen te verplaatsen. Is het me gelukt? Hier komt ie:


Laat de zonde beginnen

IJdelheid vreet aan hem,
schoon is zijn spiegelbeeld
Zijn ogen kijken terug,
in de poelen van hebzucht 
Hij aanschouwt zijn vege lijf, 
ziet zijn begeerte en zijn lust
Het is zo mooi, viriel en sterk.

Doch, de tijd zal zegevieren
en zonder enig tegengevecht
zal hij rimpelen met gemak.
De woede ontvlamt hem,
ruw schrijnend in zijn borst
Zijn ijdele wonden
kwetsbaar onder hun korst.

Jong wil hij blijven,
met ‘oud’ heeft hij niets
Hij hijgt sidderend van haat
en steekt het mes diep, 
in zijn vlees zo glad en zacht
Hij krijst: ‘Voor eeuwig jong!”
het zijn z’n laatste woorden,
die nagalmen in de nacht.



Ik heb geprobeerd om alle zonden erin te verwerken maar dit vind ik niet gelukt. Wat vind jij ervan?

Groet, Anke


vrijdag 14 september 2012

Een prachtig verhaaltje, schrijver onbekend

Ik ben aan het speuren in het leven van mijn opa Anton en oma Tonny van der Steen - Poelman. Beiden zijn lang geleden overleden. Ik heb een grote tas vol met oude, vergeelde foto's uit vervlogen tijden die me ontroeren, inspireren en verblijden.

Personeelsblad uit 1963
Mijn opa is zijn hele werkende leven bij Werkspoor in dienst geweest als machinebankwerker. Ik vond een oud interview uit een personeelsblad anno 1963 over mijn opa. Zo leuk! Mijn oma heeft destijds de bladzijde uit het blad gescheurd en bewaard in een map. De verslaggever die mijn opa heeft bezocht wilde schrijven over opa's hobby: zijn zelfgebouwde orchideënkas vol met gekweekte exoten. En dat is hem zeker gelukt! Het is een mooi verhaal over de passie van mijn opa. In een volgende blog schrijf ik hier meer over.

Gouden verhaaltje
En nadat ik het interview heb gelezen (het laatste gedeelte staat op een klein afgescheurd papiertje) draai ik de kleine bladzijde om en zie tot mijn stomme verbazing een kort verhaaltje staan, helemaal compleet, zonder naam en titel. Ik lees het en ben verrukt. Wat een prachtig verhaal met een gouden randje! En 50 jaar geleden door iemand laten plaatsen in het personeelsblad. Allerlei gedachten schieten door me heen: is het door diegene zelf bedacht of is het uit een bestaand boek overgetypt? Vond diegene het verhaaltje ook zo mooi dat hij/zij het graag met collega's wilde delen?

In ieder geval deel ik het graag weer door, nadat het 50 lange jaren in een lade heeft gelegen:


Bijzonder vinden jullie niet? Is er misschien iemand die het verhaal kent? Laat het me weten!

Groetjes Anke








dinsdag 11 september 2012

Gedicht: Afscheid

Soms blijft een gebeurtenis altijd pijn doen en heelt de tijd niet. Ik hoop dat pijnlijke gevoel voor eens en voor altijd van me afgeschreven te hebben met/in dit gedicht:


Afscheid

Intense momenten
hebben wij meegemaakt
Zo kort en zo hevig
elkaars ziel aangeraakt

Maar in duizend duigen
viel alles uit elkaar
mijn onbegrip en verdriet
diep, haast onpeilbaar

Tot ik langzaam ontwaakte
tijdens een lente in maart
en mijn ziel zich weer kleurde
want ik ben het waard.

Een groet van mij








dinsdag 4 september 2012

Tuinieren, brandnetels en kinderlogica

In de tuin werken vind ik een heerlijke bezigheid. Het ontspant me niet alleen, ik verzin er ook (vaak onbewust) verhaallijnen, gedichten of ik krijg prompt tussen het onkruid een nieuw idee. Dat wil zeggen, als ik in mijn eentje kan tuinieren. Want soms is er een klein mannetje bij dat onze tuin als een jungle vol avonturen ziet.

Zo ook het afgelopen weekend toen ik stevig met de snoeischaar in de weer was om de klimop te bedwingen. Onze klimop groeit waar ik bijsta. Maar voorzichtigheid geboden met zo'n schaar want mijn zoon huppelde dus continue om me heen. Mama dit en mama dat. Vrolijk babbelde hij vele verhalen tegen mij. Heel gezellig natuurlijk en ook uitkijken geblazen.
Toen ik uiteindelijk de snoeischaar in de schuur legde hoorde ik een enorme langgerekte kreet.
Geschrokken stormde ik de schuur uit om te kijken wat er aan de hand was.
Omdat hij altijd overal op, onder, in en tussendoor klimt dacht ik op z'n minst dat hij ergens klem moest zitten of zijn hoofd hard had gestoten.

"Wat is er?" vroeg ik toen ik hem tot mijn opluchting met grote ogen op en neer zag springen.
"Een brandnetel! Ik heb er weer één gevonden! Kijk daar..." Hij wees fel in de richting van een piepklein brandneteltje nauwelijks groter dan zijn eigen pink.
"Je hebt wel goede ogen," mompelde ik terwijl ik door mijn knieën zakte om het gevaarte van dichtbij te bekijken.
"Waarom prikken brandnetels mama?" vroeg hij en keek toe hoe ik gewapend met een handschoen het monstertje met wortel en al uitroeide.
"Nou, zie je die kleine haartjes?" Ik hield voorzichtig de brandnetel binnen zijn gezichtsveld.
"Ja...?" Mijn zoon kneep zijn ogen tot smalle kiertjes alsof hij de haartjes dan nog beter kon zien.
"Die haartjes heten brandharen en hebben kleine haakjes die in je vinger blijven zitten. Daarvan krijg je een bultje en een brandend gevoel maar vooral een nare kriebel!"
Zijn blauwe ogen keken mij heel serieus aan. "Stomme haartjes!" zei hij toen met woeste boosheid.
"Nou stom zijn ze niet...wel een beetje gemeen," glimlachte ik.
"Ik vind ze wel stom," zei hij.
Ik begon alle los geknipte slierten klimop bij elkaar te vegen.
"Maar mam?" Mijn zoon hield zijn hoofd een beetje schuin terwijl hij diep nadacht. Een grote frons sierde zijn gezichtje.
Ik keek op. "Wat, schat?"
"Waarom kunnen er dan wel beestjes over brandnetels kruipen?"
"Tja, daar vraag je me wat. Geen idee...die kunnen er gewoon tegen denk ik."
"JahaHA! Want kijk...mieren…!" Hij ging op zijn knieën zitten en speurde de straat af. "Mieren kunnen er gewoon overheen lopen. Hoe kan dat dan?"
Ik zuchtte onhoorbaar en wierp een blik in de richting van de klimop-bende die naar me schreeuwde om opgeruimd te worden. "Ik weet het echt niet."
Mijn zoon stond op en keek me aan alsof hij dat totaal niet kon begrijpen.
"Nou ik weet het wel hoor mama," zei hij wijs knikkend en met één wenkbrauw omhoog getrokken.
"Nou?"
"Weet je, de mieren hebben schoenen aan natuurlijk, snap je? Alleen héééééle kleine schoenen, die zien wij niet."
"Ik begrijp het, ja natuurlijk, de mieren dragen schoenen..." Ik kon mezelf nog net op tijd wegdraaien en mijn schaterlach de kop in drukken. Mijn zoon was namelijk bloedje serieus.
Maar hij merkte niets van mijn plezier en zocht tevreden verder naar mieren. Nog geen minuut later spurtte hij naar binnen. Over zijn schouder riep hij: "Ik pak mijn vergrootglas, mam, dan zie ik het beter!"
En terwijl ik de klimop in de groene bak gooide dacht ik: Kinderlogica. Logisch toch?

Fijne dag,

Anke


*Foto Brandnetel: Grada Menting